Win het boek Groen Doen van Marie-Claire van den Berg op Ecowijs

Een paar dagen geleden heb je hier al kunnen lezen dat het boek GROEN DOEN van Marie-Claire van den Berg vanaf vandaag in de winkels ligt. Een ontzettend leuk en leerzaam boek wat gemakkelijk wegleest.

Wij mogen vandaag 5 exemplaren weggeven! Wil je kans maken op het boek ‘Groen doen’ , vertel ons dan waarom jij dit boek graag wilt ontvangen. Aan het eind van de dag worden de winnaars bekend gemaakt 🙂

Om je alvast een idee te geven volgt hieronder een stuk(je) uit het boek:

Echt leven is veel biefstuk eten. Volgens de overleveringenvan mijn moeder tenminste. Toen ik klein was vertelde ze me vaak over hoe haar leven eruit zag voordat ik geboren was. Het was een eenvoudige anekdote over haar en mijn vader, maar ze vertelde het iedere keer met zoveel liefde en trots in haar stem dat ik het steeds weer mooi vond.

Het ging ongeveer zo: toen ik er nog niet was en mijn smoorverliefde vader en moeder samen gingen wonen op een kleine flat in Rotterdam, hadden ze niets. Geen geld, geen bezittingen, geen gezamenlijke geschiedenis, alleen die lege flat en elkaar. In die flat maakte mijn vader een eettafel van een oude deur en stoelen van sinaasappelkistjes. Daar dineerden ze ‘s avonds bij kaarslicht. „En ook al hadden we niets,‟ sloot mijn moeder haar sprookje altijd even stralend af, „we aten wel altijd verse biefstuk.‟

Zo klein als haar verhaal was, zo groot is de invloed ervan op mijn leven. Ik denk dat mijn moeder mij onbewust haar levensmotto vertelde. Niet zozeer dat je altijd vlees moet eten, maar wel dat je het altijd goed moet hebben. Als kinderen van door de Tweede Wereldoorlog gevormde ouders wilden ze alleen maar gaan voor het beste. Ook voor hun kinderen. Dat voornemen hebben ze dubbel en dwars waargemaakt. De flat werd opgezegd en mijn ouders kochten een eengezinswoning. De deur die dienstdeed als tafel maakte plaats voor een eikenhouten eettafel, de sinaasappelkistjes werden ingeruild voor comfortabele eetkamerstoelen en er kwam een luxe keuken waar het vaak rook naar stoofpotjes, kippenragout, gebakken spekjes, rookworst en varkenskoteletten. Er was altijd genoeg geld voor nieuwe kleren, we hadden twee auto’s en gingen ieder jaar op zomer- en wintervakantie. Als het koud was ging de verwarming aan, in alle kamers. Zelfs als er een raam openstond. We gingen vaak met de hele familie uit eten en als we dat niet deden, maakte mijn moeder de meest uitgebreide maaltijden. En vrijwel altijd met vlees of vis, ondanks het feit dat ze een cursus vegetarisch koken had gevolgd. Alsof dat vlees iedere keer weer het bewijs was van de rijkdom waarin we leefden.

Die levenshouding van mijn ouders botste wel eens met die van mijn oma, die ons maar ongebreideld zag consumeren en vond dat we best wat zuiniger en bescheidener mochten zijn. Mijn oma had de hongerwinter meegemaakt en was dus de enige in ons gezin die wist wat het was om echt honger te hebben. Zij bewaarde iedere kruimel. Als wij weer eens een restje eten weggooiden of ons bord niet leeg wilden eten, konden we de klok erop gelijk zetten dat er een verhaal kwam over de tijd dat zij alleen maar suikerbieten at. Ze kon ook indrukwekkende verhalen vertellen over de vrieskou en de ijsbloemen in haar kinderslaapkamer die, in tegenstelling tot die van ons, geen verwarming had. Of over hoe ze één keer per week werd gewassen met het water uit een ketel die de hele dag op de enige kachel in huis stond. Vol verbazing keek ik haar aan: een ketel? Wekelijks? Ik douchte, net als mijn zus en mijn ouders, iedere dag! En dan ging er ‘s avonds vaak ook nog iemand in bad. Ik hing ook aan mijn oma‟s lippen als ze vertelde hoe ze in de huiskamer fietsend een dynamo aandreef om een boek te kunnen lezen. Of hoe haar moeder bij schemering met haar naar de lichtste plek van de kamer ging om nog even voor te lezen. Want lampen aanzetten kon alleen als ze een muntje in de elektriciteitsmeter deed en dat wilde ze zo lang mogelijk uitstellen. Dat je niet zomaar een lamp kon aanzetten als je een boek wilde lezen, vond ik onvoorstelbaar. Bij ons was er altijd licht, overal. Buiten, om mogelijke inbrekers te weren, ‘s avonds op de gang, als ik bang was voor het donker, zelfs als we niet thuis waren was er licht dankzij de tijdschakelaar die mijn vader voor onze vakanties programmeerde, of gewoon omdat het fijn was na een dagje uit niet in het donker thuis te komen. Mijn oma‟s verhalen hadden voor mij dezelfde sprookjesachtige lading als de verhalen die mijn moeder over haar flat vertelde. Ze kwamen uit een wereld die ik nooit zou kennen. Na verloop van tijd vergat ik ze ook, omdat ik aan mijn eigen leven was begonnen. Ik ging studeren, vond een piepkleine kamer in een studentenhuis, kreeg een bijbaantje in de horeca en werd verliefd op een studiegenoot. En toen we een paar jaar later bij elkaar introkken werd ik overvallen door hetzelfde romantische gevoel dat ik had gehad wanneer mijn moeder vertelde over haar eerste keer samenwonen. De geschiedenis herhaalde zich: we vonden vier oude stoelen op straat,
toverden een plank om in een eettafel en ik maakte, net als mijn moeder toen, iedere dag vers vlees klaar.

In de jaren die volgden deden we wat zoveel jonge stellen doen: we studeerden af, vierden ons geluk in cafés, restaurants en discotheken, vlogen samen de wereld over en kochten een appartement. We ontwierpen onze eigen badkamer met vloerverwarming, ligbad en regendouche waar we samen onder stonden tot onze vingertoppen week en gerimpeld waren. We haalden de halve Ikea-gids in huis en ruilden de trein in voor de oude auto van een familielid. Als we het druk hadden, haalden we complete maaltijden bij een exotisch afhaaltentje in de buurt of we gingen uit eten. Koffiezetten deden we ook steeds minder omdat we zo’n luxe koffieboer om de hoek hadden die de bonen ter plekke voor je maalde en er gelijk een verse latte met een niet te evenaren schuimlaag van maakte.

Na een tijdje raakte ik zwanger en kregen we een dochter. Nog geen twee jaar later werd onze zoon geboren. Er kwamen kinderkamers, kinderwagens, kinderbadjes, verantwoord kinderspeelgoed en een heuse kindermaaltijdblender. We kochten kinderzitjes, kinderpotjes, kinderflesjes, kinderzakjes. Ik werd een grootverbruiker van billendoekjes, snoetenpoetsers en andersoortige schoonmaakdoekjes. Er kwam een groter huis, een nieuwere auto, een hogere energierekening en een vollere prullenbak. En we aten bijna elke avond vlees.
Tot er na de geboorte van mijn twee kinderen, onverwacht nóg iets werd geboren: mijn nieuwe bewustzijn. Als er een speentje op grond viel, snelde ik naar de keuken om het gelijk te steriliseren. Babyprakjes uit een potje kwamen er niet in, tenzij ik zeker wist dat er geen bestrijdingsmiddelen of onverantwoorde E-nummers inzaten. Ik waste alles driedubbel op zestig graden en als ik met mijn ergonomische kinderwagen op straat liep en er reed een vieze brommer voorbij, dan wendde ik de wagen demonstratief af in de hoop de uitlaatgassen te ontwijken. Ik gromde er nog net niet bij.
Maar mijn nieuwe bewustzijn ging verder. Ik kon me wel zorgen maken om de gassen van die ene brommer. Maar de straat waar ik woonde stond in de top vijf van straten met de hoogste fijnstof-concentratie van Nederland. En ik kon me wel zorgen maken over mijn straat, maar hoe zat het eigenlijk met de werelwijde CO2-uitstoot?

Ik begon me te verdiepen in het klimaat en stuitte op het verhaal van de Amerikaanse schrijver Colin Beavan, die een jaar lang CO2-neutraal had geleefd. Voordat Beavan in 2007 aan zijn „No Impact‟-experiment begon, leidde hij een ‘gewoon’ leven als schrijver van historische non-fictie. Hij had een appartement in New York met zijn eveneens schrijvende vrouw Michelle en een dochtertje van twee. Beavan omschreef zichzelf graag als de schuldbewuste progressief en zijn vrouw als een kopie van Carrie Bradshaw uit Sex and the City. Als zij thuiskwam met een bontsjaal, begon hij te zwaaien met actiefolders van de dierenrechtenorganisatie PETA. Als zij de televisie aanzette voor haar soapverslaving, begon hij te preken over het uitsterven van de ijsberen. Maar daar bleef het bij. Tot hij op een gegeven moment zo ziek werd van zichzelf dat hij besloot met vrouw en kind een jaar lang op geen enkele manier het milieu te belasten. In grote lijnen kwam dat neer op: geen afval produceren, geen elektriciteit verbruiken, niet televisiekijken of autorijden en alleen biologische streekproducten kopen. Hij hield er een weblog over bij, liet dat weblog uitgeven in boekvorm en er kwam een documentaire over zijn experiment, die lovende recensies kreeg. Alle kranten schreven over hem en iedereen wilde weten hoe hij een jaar lang zonder toiletpapier had geleefd, want dat was misschien wel de extreemste beslissing die hij nam. Maar er was ook kritiek. Zo werd Beavan beschuldigd van hypocriet gedrag: als je een jaar lang een weblog schrijft over hoe je klimaatneutraal moet leven, waarom druk je dat dan alsnog af op dode bomen? De New York Times was ook niet onverdeeld enthousiast en noemde zijn project „op zijn best een scène uit een ouderwetse komedieserie en op zijn slechtst een moreel verdachte poging tot zelfverheerlijking‟.

Ik las zijn boek, probeerde een week net zo CO2-neutraal te leven als hij een jaar had gedaan en schrok van mijn persoonlijke milieubelasting. Wat ik in één week aan afval produceerde was schokkend en het besef dat er miljoenen, miljarden mensen waren die hetzelfde weggooiden, was een regelrechte nachtmerrie. We putten de aarde sneller uit dan zij zich kan herstellen. De lucht raakt vervuild door onze vliegtuigen en auto‟s, diersoorten sterven uit door vervuiling of vernietiging van oerwoud, oceanen worden overbevist, gletsjers smelten. We eten steeds meer vlees, afkomstig uit een van de meest milieuonvriendelijke industrieën ter wereld, zonder te willen nadenken over hoe het op ons bord is beland. Vlees van dieren die nooit de buitenlucht hebben geroken, die zijn grootgebracht met kunstmatig versterkt krachtvoer en antibiotica. Vlees dat wordt volgespoten met water en smaakstoffen, omdat het anders niet eens lekker is. En dat vervolgens als een niet tot een dier te herleiden kiloknaller in een plastic bak in een plastic tas op de achterbank van een van die miljoenen auto‟s belandt. We kopen spullen die zo kapot zijn. Dan gooien we ze weg en kopen we weer nieuwe. Dat is namelijk zo makkelijk dat je wel gek zou zijn die oude te repareren.

Hoe maak ik kans op het boek Groen Doen

De 5 exemplaren die wij mogen weggeven worden geselecteerd uit de reacties op dit bericht. Dus wil je kans maken, laat dan een reactie achter op bericht en laat ons weten waarom jij het boek zou moeten winnen.

Ook leuk om te lezen!

10 reacties op “Win het boek Groen Doen van Marie-Claire van den Berg op Ecowijs”

  1. Marit avatar
    Marit

    Ik heb het stuk gelezen en het leest vlot weg,ik ben reuze benieuwd naar de rest van het boek en zou het graag lezen!Fijne dag nog!

    groetjes, Marit

  2. Titia avatar
    Titia

    Veel herken ik wel, al 60+

  3. Lisette avatar

    Het boek staat al op mijn lijstje, dus ik doe graag mee met jullie actie! Ik heb het boek van Colin Beavan en de film No Impact Man gezien, dus ben wel heel erg benieuwd naar deze Nederlandse versie!

  4. Aukje avatar

    Groen doen blijft voor mij een persoonlijke zoektocht. Want natuurlijk wil ik dat graag, maar hoe?
    Het lijkt me daarom zeker een leerzaam boek dat ik graag wil lezen!

  5. Ingrid Rompa avatar

    Lijkt me een inspirerend boek! Je bent nooit uitgeleerd, en al helemaal niet op het gebied van ‘groen’.

  6. Marianne Suidgeest avatar
    Marianne Suidgeest

    Leuk hoor, ben benieuwd

  7. Diana avatar

    Het stuk over moeder die blij was met niks spreekt me erg aan. Maar ook het vasthouden aan de dingen die rijkdom leken te zijn, zoals het biefstuk. Het gaat natuurlijk om het gevoel en niet om de zaken die je hebt. Ik denk dat ik er nog veel van kan leren. Kortom het lijkt me een inspirerend boek!

  8. ninke avatar
    ninke

    ik probeer al heel milieubewust te leven, al is dat niet altijd even makkelijk met een tweeling
    en alles alleen moet doen.
    ik kook biologische voor ze, dragen wollen onderkleding, hebben houten speelgoed(al krijgen ze dat ook kapot!)
    en ik ben weer met wasbaren luiers begonnen.
    ik bleef maar slepen met vuilniszakken luiers ,ze waren niet aan te slepen ,en die chemische troep op hun billetjes! bah
    het is even inkomen met wassen enzo maar het is makkelijk te doen.
    nu ben ik alleen niet zo goed met afval scheiden dus daar valt nog veel te doen
    ik hoop dat het boek daar bij kan helpen! en dat ik er nog meer dingen uit kan halen om op te letten.

    gr ninke

  9. Efteetje avatar
    Efteetje

    Dit klinkt als een erg interessant boek, ik zou het graag lezen!

  10. Karin de Vries avatar

    Bedankt voor jullie reacties! We hebben zojuist 5 winnaars geselecteerd die van ons een email zullen ontvangen.